Communiceren bereidt voor op het kunnen houden van gesprekken. Het gaat hierbij om herkennen van emoties, duidelijk praten, betekenisaspecten van een woord kennen, betekenisverschillen kennen van woorden die op elkaar lijken, begrijpen én gebruiken van woorden in nieuwe situaties.
Minimumniveau
Het kind kan vier emoties benoemen en uitbeelden. Streefniveau
Het kind kan bij iedere emotie een situatie vertellen. koppelen aan een situatie
Woordenlijst groep 1 en 2 Kameleon Neushoorn Leeuw Welp Manen Giraf Nek Vlekken Tong Olifant Kalf (jonge olifant) Slurf Oren Aap Staart Vogels Jonge eendjes Sla Voederbak Bank Prullenbak Pinda’s Band Slingeren Voeren Ijsje Likken Snoeptent Betalen Prijslijst Knuffel Ijsvlag Nadoen Paadje Heg
Water Klimmen Boom Tak
Kinderboerderij
Stal Hooivork Schep Kruiwagen Emmer Prikkeldraad Voederbak Hok Vijver Voeren Kip Kuiken Haan Pauw Eend Jong eendje Varken Big Rose Krulstaart Schaap Gans Ei Hooi Geit Paard Konijn Duif Hert Ree Gewei Sla Kool Wandelwagen Aaien
Communiceren bereidt voor op het kunnen houden van gesprekken. Het gaat hierbij om herkennen van emoties, duidelijk praten, betekenisaspecten van een woord kennen, betekenisverschillen kennen van woorden die op elkaar lijken, begrijpen én gebruiken van woorden in nieuwe situaties.
Streefniveau
Het kind kan met behulp van materiaal een kort verhaal vertellen van vijf zinnen en daarbij het onderwerp vasthouden.
Woordenlijst zie groep 1